In een wereld die nooit stilstaat, waarin notificaties elkaar verdringen en het laatste nieuws altijd al oud nieuws lijkt tegen de tijd dat je het ziet, is het een daad van verzet om niets te weten. Geen kranten, geen televisie, geen radio. Alleen de stilte die achterblijft, een niemandsland tussen urgentie en rust.
Ik zit in de trein, mijn chocokoek kleeft licht aan mijn vingers, de koffie verwarmt mijn handen. Om me heen zitten mensen. Sommigen tikken driftig op hun laptops, een enkeling scrolt op een telefoon, zoekend naar dat ene artikel dat vandaag hun mening zal vormen. En ik? Ik kijk naar buiten, naar de grijze luchten van het najaar. De bomen, kaal en trots, lijken te zeggen: “Doe zoals wij. Laat los wat niet meer voedt.”
Misschien heb ik wereldnieuws gemist. Een president die struikelde over zijn woorden, een markt die kelderde of juist steeg, een storm die chaos bracht. Maar hoe groot die gebeurtenissen ook lijken, ze raken mijn directe leven nauwelijks. Wat er wél toe doet, is de rust die ik heb gevonden in het niet-weten. Een rust waarin ik ruimte schep voor de dingen die er echt toe doen: muziek, verhalen, ontmoetingen, en af en toe een stilte waarin je je eigen gedachten weer kunt horen.
Misschien is het precies dat wat we nodig hebben in deze tijd van het jaar: een winterslaap voor de geest. Niet een letterlijke slaap, maar een bewust afremmen. Een vertraging in hoe we consumeren, nadenken en reageren. Zoals de natuur zich terugtrekt om zich voor te bereiden op nieuwe bloei, kunnen wij dat ook. Loslaten wat niet voedt, zodat er ruimte komt voor dat wat ons écht doet groeien.
En terwijl de trein verder dendert naar Brussel, denk ik: Dit is wat ik wil bewaren. De rust van het niet-weten, en de ruimte die dat schept.
Copyright © 2024 R. Ambroos - Najaarsbeschouwingen
Reactie plaatsen
Reacties