Op een bankje met Boon

Gepubliceerd op 28 november 2024 om 09:25

We zitten daar,

ik en Louis,

op een bankje

dat kraakt onder verhalen.

 

“Waar begin ik?” vraag ik. 

Maar hij kijkt naar de horizon,

alsof daar het antwoord is.

Zijn ogen verraden meer dan woorden,

maar zwijgen toch.

 

Zou ik hem vragen

waar hij de kracht vond,

tussen de grappen en de ernst,

om zichzelf niet te verliezen?

Of zou ik hem gewoon laten praten,

over arbeiders, dromen,

en de hoop die altijd

een beetje rafelig blijft?

 

Misschien zouden we lachen.

Over hoe absurd het leven is,

hoe mensen vechten

om ernst te vermijden

zoals een vlieg een raam blijft raken.

 

Ik zou hem vertellen

hoe men alleen mijn grappen hoort,

maar de zwaarte in mijn woorden negeert.

En hij zou knikken,

begrip als een hand op mijn schouder.

 

Misschien zouden we zwijgen.

Want wat zeg je tegen een man

die al zoveel gezegd heeft?

De stilte zou vol zijn, als een boek

waar de bladzijdes vastplakken.

 

En in die stilte zouden wed

e wereld herschrijven

zonder een pen te bewegen.

 

De zon zou zakken,

langzaam,

zoals altijd.

En hij zou opstaan,

zijn hoed rechttrekken,

en zeggen:

“Het leven is het proberen waard, jongen.

Maar vergeet nooit te lachenals je struikelt.”

 

Dan blijf ik achter,

op dat kraakbankje,

een beetje wijzer

en net zo zoekend als ervoor.

 

© 2024 R. Ambroos - Najaarsbeschouwingen

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.