Ochtenden zijn heilig. Dat stille moment waarin de wereld nog even zachtjes ademt, de dag zich uitstrekt als een blanco canvas, en alles mogelijk lijkt. Met een verse tas koffie in het vooruitzicht maak ik me rustig klaar voor mijn radio-optreden. Een vleugje spanning, een snuifje enthousiasme—het belooft een mooie dag te worden. Ik spoel wat kopjes (eh, pardon, tassen) om, geniet van de eenvoud van het moment, en stel me voor hoe ik straks in de studio mijn verhaal doe, ontspannen en vol vertrouwen.
Tot ik het zie.
De koelkast staat open. Ach, dat kan gebeuren. Geen man overboord. Maar wacht… daar beneden, een bruine vlek. Het lijkt iets kleins, iets onschuldigs. "Even wegvegen," zeg ik tegen mezelf, "de grote schoonmaak komt wel een andere keer." Eerst koffie, toch? Maar de vlek blijkt niet alleen. In het doorzichtige groentencompartiment dobbert een complete laag bruine vloeistof. Het soort vloeistof dat direct een vraagteken in je hoofd doet oplichten: Wat ís dit?
"Misschien rotte sla," mompel ik, alsof ik met de koelkast overleg. Ik haal de sla eruit, maar die is nog kraakvers. De tomaten dan? De wortelen? Alles gaat eruit. En daar, tussen mijn onterecht beschuldigde groenten, liggen twee flesjes bier. La Chouffe en Scotch. Zou een flesje…? Nee, natuurlijk niet. De flesjes blijken onschuldig.
Mijn tas koffie staat ondertussen koud te worden.
Ik giet de bruine laag uit de bak en maak het schoon. Eindelijk weer rust, zou je denken. Maar nee, het blijft druppelen. Ik kijk omhoog en zie het: de bovenste plank van de koelkast staat óók blank van die mysterieuze substantie. Ik begin aan een grondige evacuatie van de koelkastinhoud. Alles moet eruit. Geen halve maatregelen meer. Mijn zen-ochtend is inmiddels geëscaleerd tot een militaire operatie.
En dan, eindelijk, vind ik de boosdoener: een fles Cola-Zero, liggend op zijn kant, met een dop die blijkbaar net zo moe was als ikzelf. De cola heeft zijn weg gevonden naar elke uithoek van de koelkast, als een sluipend beest dat geen plek onberoerd laat.
De koelkast is nu brandschoon en lijkt me dankbaar aan te kijken. Mijn tas koffie? Die is ondertussen zo koud dat ik begin te twijfelen of ik hem moet opwarmen of direct in de koelkast moet zetten.
Toen alles weer op zijn plaats stond, dacht ik: tijd om even adem te halen. Want hé, het is maar een ochtend, het was maar een jaar. Dus zette ik mijn ochtendkop op, greep mijn gitaar en speelde dit liedje. Misschien om mezelf eraan te herinneren dat zen, net als cola, soms gewoon uitloopt.
De Held - Het Was Maar Een Jaar
Reactie plaatsen
Reacties