Het laatste rondje

Gepubliceerd op 28 december 2024 om 06:41

In café De Draaideur gebeurt er nooit iets bijzonders, en dat is precies wat de klanten eraan bindt. Het café is als een oude jas: versleten, vol vlekken, maar zo vertrouwd dat niemand eraan denkt hem weg te doen. De kerstversiering boven de deur hangt er al jaren, een stille getuige van elke dronken nieuwjaarsbelofte en verloren Valentijn.

Aan de toog zit Richard. Hij drinkt geen koffie, geen thee, en al helemaal geen water. “Dat is voor de vissen,” zegt hij altijd. Hij heeft ook geen laatste dronk, want, zo zegt hij: “Als je een laatste neemt, komt er nooit nog eentje.” Richard heeft een theorie voor alles. Waarom hij nooit met een vrouw is getrouwd? “Omdat een eerste kus vaak het begin is van een echtscheiding.” Hij is een man van voorzorgsmaatregelen, eentje die liever de deur nooit opent dan te riskeren dat die niet meer dichtgaat. “Het leven,” zegt hij vaak, “is een glas bier dat je maar beter halfvol houdt, want anders valt er niets meer bij te vullen.”

Aan de hoektafel speelt Marleen met een half afgebrande sigaret tussen haar vingers. Haar lippenstift is roder dan de kerstversiering die al jaren boven de deur hangt. Marleen zegt altijd dat ze niet rookt, “behalve als ik stress heb.” Maar ze verdwijnt regelmatig naar de koer om een sigaret op te steken. “Stress,” zegt ze dan, alsof dat alles verklaart. En die stress heeft ze blijkbaar al sinds haar zestiende. Nu zit ze weer binnen, haar vingers in de houding van een denkbeeldige sigaret, alsof ze boven een onzichtbaar asbakje hangt. Ze beweegt het puntje in cirkels, alsof ze een wereldkaart tekent. “Een wereldreis,” zegt ze. “Hij ging zonder mij, maar vergat de wereld mee te nemen.”

Marleen vertelt over haar derde ex-man, die ‘per ongeluk’ een week op vakantie was gegaan zonder haar. “En hij was ook per ongeluk zijn valies vergeten,” zegt ze, met een spottende grijns. “Maar zijn portefeuille niet. Die had hij heel toevallig goed verstopt in zijn jas, net zoals hij zijn geheimen altijd verstopte.” Ze nipt van haar glas en speelt met de half afgebrande sigaret, alsof ze de herinnering probeert weg te duwen. “Maar ach,” voegt ze eraan toe, “ik had hem toch al opgegeven voordat hij zichzelf kwijt was.”

“Een wereldreis zonder de wereld,” zegt Jos met een grijns. “Ik had hem nooit terug laten komen.”

En daar hebben we Jos, die zichzelf “de DJ van het lot” noemt. Hij beweert dat hij de jukebox aan de praat krijgt door er alleen maar naar te kijken. Niemand weet hoe hij het doet, want de stekker ligt al jaren achter de toog. “Geheim van de vakman,” zegt hij, terwijl hij op de toog tikt alsof hij de maat aangeeft van een lied dat alleen hij kan horen. “Richard,” vervolgt hij met een grijns, “als je nu eens een laatste glas neemt, zou je dan verdwijnen? Of ben je bang dat het schuim je geheimen onthult?”

Leentje, de bardame, kijkt van achter de toog toe. Ze heeft al meer gehoord dan een priester in de biechtstoel, en ze weet dat iedereen die hier zit eigenlijk hetzelfde verhaal vertelt, maar dan in een ander glas. “Cafépraat is net als schuim,” denkt ze. “Het verdwijnt snel, maar terwijl het er is, lijkt het belangrijk.” Ze kent de klanten beter dan ze zichzelf kennen, en toch doet ze alsof elke zin die ze hoort nieuw is. Dat is haar kracht, en ook haar tragedie.

“Ach, Jos,” zegt Richard droog. “Ik neem geen laatste glas omdat ik jou dan weer moet horen orakelen over jukeboxen die niet werken. Geheim van de vakman,” voegt hij er spottend aan toe. Hij kijkt naar zijn bier en tikt tegen het glas, net alsof hij een grap wil maken, maar de woorden blijven hangen. “Wat weten wij er eigenlijk van,” mompelt hij.

De avond verloopt zoals altijd, met gesprekken die nergens naartoe gaan maar toch blijven hangen. Richard mijmert over de verloren kunst van bier tappen. “Het schuim moet precies drie vingers dik zijn,” zegt hij, terwijl hij Leentje streng aankijkt. “Anders is het geen kunst, maar een ramp.” Leentje rolt met haar ogen maar schenkt nog een glas, net iets te snel.

“En mijn derde man,” begint Marleen opnieuw, “hij zei altijd dat hij een wereldreis ging maken, maar hij vergat de wereld mee te nemen.” Ze lacht schamper, nipt van haar glas, en kijkt Jos aan. “Je weet toch wel hoe je een man gelukkig maakt, Jos?”

“Door hem met rust te laten,” antwoordt Jos zonder aarzelen, terwijl hij op de toog tikt alsof hij de maat aangeeft van een onzichtbaar lied. “Of door hem een jukebox te geven die nooit stopt met spelen.”

Leentje glimlacht flauwtjes. Ze weet dat de avond eindeloos door kan gaan, net zoals de verhalen die verteld worden. Ze schenkt nog een laatste ronde in, behalve voor Richard. “Richard en zijn regels,” denkt ze. “Soms denk ik dat hij geen laatste neemt, alleen om ons eraan te herinneren dat hij nooit vertrekt.” Maar misschien, denkt ze, is dat precies wat dit café doet. Het houdt ons hier. Verhalen blijven hangen, net als wij. Ze kijkt naar de glazen op de toog en weet dat morgenavond alles hetzelfde zal zijn. En toch blijft ze schenken, alsof elk glas een nieuw verhaal is dat even de stilte vult.

Het schuim is precies drie vingers dik.

 

En zo eindigt de avond in café De Draaideur, waar de tijd lijkt stil te staan en de verhalen net zo vloeibaar zijn als de drank. Misschien is dat het geheim van dit kleine universum: dat het geen verleden kent en geen toekomst verlangt. Alleen een eindeloze herhaling van momenten, verpakt in schuim en woorden. En wie weet, misschien is dat wel genoeg.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.